-

Jasper de Bock componeert Windwervelingen in opdracht van OrkestZUID

Tekst: Erika Hoekstra

Kort na zijn centraal schriftelijk eindexamen in mei van dit jaar kreeg Jasper de Bock uit Best een telefoontje van de voorzitter van het bestuur van OrkestZUID, Tjaard Sijpkes. Deze bracht de uitnodiging over om een stuk voor blazers te componeren dat qua bezetting gelijk zou moeten zijn aan Igor Strawinsky’s Symphonies of Wind Instruments. Behalve deze verplichting moest het nieuwe werk passen in het muzikale programma dat u via het project ‘Symphonies of Winds’ voorgeschoteld krijgt. Verder werd alles aan Jasper overgelaten. Op 13 juli sprak ik met hem. Vijf vragen aan Jasper de Bock over The making of …. Windwervelingen.

Waarom viel jou de eer toe deze opdracht te overwegen, denk je?

“Dat weet ik eigenlijk niet. Ik vermoed doordat ik het Prinses Christina Concours 2020 voor compositie in mijn leeftijdscategorie gewonnen heb. Daar komt nogal wat publiciteit uit voort. Dat moet opgevallen zijn.”

Goed geantwoord, Jasper. OrkestZUID speurt altijd naar muzikale, jonge mensen om hen te ondersteunen in hun talentontwikkeling.

Je hebt de opdracht aangenomen. Hoe ga je vervolgens te werk?

“Nou, ik was al goed bekend met de Symphonies van Strawinsky, die heb ik vaker bestudeerd. En natuurlijk luisterde en bestudeerde ik de Symphonies van Manneke. Omdat mijn werk wordt uitgevoerd direct na dat van Manneke, richt ik me meer op hem. Daar moet het op aansluiten, maar ook mee contrasteren. Je kunt de reeks Strawinsky-Manneke-DeBock zien als een sonate. In die volgorde zou Strawinsky kunnen staan voor het eerste deel, een Allegro, Manneke voor het tweede deel, een Adagio, en dan ligt het bijna voor de hand dat ik als derde deel het Presto voor mijn rekening neem. Er begint dus van alles door mijn hoofd te stromen. Ik probeer die ideeën uit te schrijven in Word, in een basisplan. Ik schrijf bijvoorbeeld vorm en structuur op: hoeveel delen, welk deel koper, welk deel hout, wanneer beide groepen. Dat plan heb ik een keer met Jos van de Braak doorgesproken. Oorspronkelijk had ik een driedelig stuk in gedachten van 1-2-2 minuten. Maar vijf minuten bleek te kort. Ik denk nu meer aan een verdeling van 2,5-3-2,5…”

Sorry Jasper, ik onderbreek, want dit is onbekend terrein voor velen. Je zet een tijd zonder inhoud en dan blijkt die tijd te kort? Leg eens uit.

“Nee, niet zonder inhoud. Je hebt bepaalde motieven uit de Symphonies in je hoofd die je steeds een ander karakter geeft door de context te veranderen. En gaandeweg het proces ontwikkelt de muzikale alinea zich: je zult bijvoorbeeld ergens ‘rust’ in moeten bouwen voordat je weer ’tutti’ kunt gaan. Dat hoor ik allemaal in mijn hoofd. En dan besef je dat die tijd van vijf minuten niet voldoet.”

Okee, ik denk dat ik het begrijp. Dus jij visualiseert het muzikale parcours als een topsporter.

Gebruik jij bij het compositieproces pen en papier of de computer?

“Om een goed beeld van de tijdsduur te krijgen, gebruik ik notatiesoftware. Dan kan ik de midi-file afspelen. Als je een partituur leest, weet je namelijk nooit precies hoelang bijvoorbeeld tien maten duren. Je kunt het natuurlijk berekenen aan de hand van het tempo, maar het gevoel voor tijd is abstracter wanneer je een partituur leest. Als ik luister naar een audiofile, dan hoor ik of een frase korter of langer moet worden. Soms componeer ik ook wel eens achter de piano, met name om harmonieën te zoeken of uit te proberen. Alleen het basisplan schrijf ik op.”

Natuurlijk, de computer is een handig instrument om muzieknoten te laten horen. Zelf schrik ik me altijd rot wanneer ik de computer tekst laat uitspreken.

Waar komt jouw passie voor componeren vandaan en wanneer vind jij jouw compositie geslaagd?

“Op mijn zevende jaar begon ik met keyboardlessen. Ik probeerde van alles uit, dat ging in een natuurlijke flow. De volgende stap was het noteren van die improvisaties. Op de een of andere manier gaf het veel voldoening. Er is geen objectieve referentie van ’Doe ik het goed?’ Door veel muzieksoorten te bestuderen, ontwikkel je een gevoel voor kwaliteit. Maar wil je zelf iets ‘nieuw’ toevoegen, dan moet je nog veel meer luisteren, studeren en improviseren om je eigen smaak te creëren. Als ik tevreden ben, dan is mijn compositie geslaagd. Het is een gevoel, een soort zelferkenning, dat ontstaat als gevolg van het proces dat tot mijn eindproduct leidt.”

Dit zou best hetzelfde gevoel kunnen zijn waar een auteur naar op zoek is wanneer hij een roman schrijft. Misschien geldt het zelfs voor de persoonlijke kwaliteitserkenning bij elk creatief proces.

Als je jouw werk zou moeten karakteriseren, wat zijn dan de kenmerken?

“In het algemeen schrijf ik toegankelijke, modern-klassieke muziek. Juryleden roemen mijn composities vanwege de energie die eruit spreekt, energie met een enorme stuwende kracht voorwaarts. Ten tweede houd ik van samenhang en een dichte structuur. Dat lees ik in de juryrapporten ook terug. De thema’s en motiefjes komen nooit uit de lucht vallen. Alles komt ergens uit voort en gaat ergens naartoe. Vanwege dat voortstuwende karakter krijg je als luisteraar zelden het gevoel van ‘hier zou het kunnen eindigen’. Misschien komt dat omdat ik als componist voortdurend word beïnvloed, met name door nog levende componisten en performers, en dan probeer je weer iets nieuws uit. Zo blijf je jezelf ontwikkelen.”

Prachtig slotwoord, Jasper. De titel ‘Windwervelingen’ krijgt zo nog meer (v)lagen van betekenis.