-

Tekst Erika Hoekstra

Qua postuur en palmares nog lang geen Pavarotti, maar oh wat zingt Raoul Steffani met authentieke overtuigingskracht. Zijn warme bariton vult de aula waar hij de eerste gezamenlijke repetitie voor het kerstconcert met OrkestZUID opluistert. Het orkest moet erkennen dat het de zanger nog zorgvuldiger moet volgen, met name in de dynamiek. De hernieuwde samenwerking, tien jaar nadat Raoul in het project Die Fledermaus de bariton vertolkte, verloopt verder zoals goede vrienden met elkaar omgaan wanneer ze elkaar na lange tijd weerzien.

“Ik denk dat ik een derde van de gezichten herken”, merkt Steffani in de pauze op. We zitten een dag na Sinterklaas bij een kerstboom in een aangrenzende ruimte. Dat brengt ons direct in de sfeer van het komende concert. “Het was al een feest om het programma vast te stellen, samen met Jos”, vertelt Raoul (Jos van de Braak, de dirigent van OrkestZUID. ERH). ”Onze bedoeling van deze programmering is een breed publiek naar de concertzaal te trekken. De Notenkraker is echt een kerstklassieker, lichtvoetig en laagdrempeliger dan de eerste symfonie van Mahler die jullie in juni uitvoeren. Daar komen de fervente Mahler-liefhebbers op af. Dit internationale kerstliederenprogramma is veel toegankelijker. Ook mensen die niet goed bekend zijn met klassieke muziek zullen herkenning vinden in dit repertoire”.

Ja, daar was-ie weer: het ervaringspotentieel (van muziek). Wat brengt muziek bij mensen naar boven? Raoul en ik delen de mening dat ‘persoonlijke beleving’ stukken beter klinkt.

Aan welk lied kleeft Raoul zijn dierbaarste ‘persoonlijke beleving’? “Dat is geen moeilijke vraag. “Jul, Jul, strålende Jul” Dat lied is een prachtige oefening in eenvoud. Geschreven door de relatief onbekende Zweed Gustav Nordqvist, organist in Stockholm. Hij kwam een Zweedse tekst tegen van Edvard Evers en toonzette de tekst voor vierstemmig koor en orgel. Ik kwam het in mijn kinderjaren op een cd tegen en vanaf die tijd zing ik het. De Zweedse taal pakte me. Ik ben sowieso gevoelig voor woorden en hou van tekst en taal. Later ben ik Zweedse taal en cultuur gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam, naast zang aan de conservatoria van Tilburg en Amsterdam en de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen.”

Een favoriete componist heeft Steffani niet. “Nee, ik heb meer favoriete werken dan componisten en het hangt bovendien ook een beetje van het genre af. Het lied “Die heiligen drei Könige” Op.56/6 van Richard Strauss, dat ik samen met Jos ontdekte, staat ook hoog op mijn lijstje. Ik kies een lied meestal vanwege de muziek of de thematiek. De muziek vind ik het belangrijkst, maar de tekst verleent rijkdom en diende als inspiratiebron voor de componist. Ze kunnen niet zonder elkaar”. 

Wagner (Duits componist, dichter en librettist. ERH) zei ooit “Muziek begint waar woorden ophouden”. Ben je het daarmee eens? Dat is voor een zanger niet leuk om te horen, lijkt me. “O jawel hoor, daar ben ik het helemaal mee eens. Muziek heeft een ongelofelijke kracht om vliegensvlug beelden en sferen op te roepen die je met woorden amper kunt omschrijven.”

Zelf waagt Raoul Steffani zich niet aan het schrijven van liedteksten of het toonzetten van gedichten, laat staan componeren. “Nee hoor, ik heb zang gestudeerd en geen compositie. Daarnaast heb ik te veel respect en waardering voor de grote componisten. En ik heb er geen tijd voor; en ook geen talent, ja, zet dat er maar in!”

Geen talent. Geen talent? Raoul heeft een GROOT talent. Zingen en acteren. Je stem en mimiek gebruiken. Natuurlijke lichaamstaal in congruentie brengen met teksten uit voorbije eeuwen en situaties waarin je je nog nooit bevonden hebt, en dat terwijl je meestal voor een zaal met honderden toekijkende personen staat. Noem dat eens ‘geen talent’.

De laatste jaren bouwt Raoul Steffani voortvarend aan zijn carrière. Hij zingt recitals, trad en treedt veelvuldig op in opera en operette, zingt ook kamermuziek. Won de Grachtenfestivalprijs in 2018 en speelde zich zo in de kijker dat hij volgens het tijdschrift Place de l’Opera inmiddels Nederlands’ meest gevraagde bariton zou zijn. In welk genre zou hij zich willen specialiseren (opera, concert of lied)?
Het antwoord komt snel en kort: “Geen”. De toelichting laat even op zich wachten. “Ieder genre heeft zijn charmes en zijn uitdagingen. Voor de lenigheid van je stem kun je het beste afwisselend repertoire zingen. Zo blijven je stem en geest fit. Het mooiste is om de verschillende genres te kunnen combineren, binnen de mogelijkheden die je stem je biedt. Het blijft zingen!” 

Over nog eens tien jaar is Raoul Steffani een gevierd bariton, dat voorspel ik. En iedere keer dat ik “Jul, Jul” hoor, denk ik eraan hoe een kerstliedje een leven invulling kan geven.